SR 50 8202382 use+maintenancebook
2003 aprilia s.p.a. - Noale (VE) Eerste uitgave: juni 2003 Herdruk: Vervaardigd en gedrukt door: DECA s.r.l. Via Risorgimento, 23/ - Lugo (RA) - Italia Tel. +39-0545 35235 Fax +39-0545 32844 E-mail: deca@decaweb.it www.decaweb.it In opdracht van: aprilia s.p.a. via G. Galilei, - 30033 Noale (VE) - Italia Tel. +39-04 58 29 Fax +39-04 44 0 54 www.aprilia.com 2 gebruik en onderhoud SR 50 WAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen worden in heel deze handleiding gebruikt om de volgende boodschappen over te brengen: Veiligheidswaarschuwing. Wanneer u dit symbool aantreft op de bromfiets of in de handleiding, dient u rekening te houden met potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan resulteren in ernstige risico s voor de veiligheid van uzelf en anderen en voor de bromfiets! WAARSCHUWING Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in ernstig letsel of zelfs de dood. OPGELET Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in licht persoonlijk letsel of schade aan de bromfiets. OPMERKING Het woord OPMERKING in deze handleiding gaat belangrijke informatie of richtlijnen vooraf. INFORMATIE ewerkingen voorafgegaan door dit symbool dienen aan de andere kant van de bromfiets te worden herhaald. Indien niet expliciet anders vermeld, moet u voor de montage van de onderdelen de stappen voor demontage in omgekeerde volgorde herhalen. Daar waar de termen rechts en links worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan dat de rijder in normale rijhouding op de bromfiets zit. Elke verwijzing naar het gebruik van de bromfiets met passagier heeft uitsluitend betrekking op landen waar het rijden met passagier is toegestaan WAARSCHUWINGEN- VOORZORGSMAATREGELEN- ALGEMENE OPMERKINGEN Voordat u de motor start, dient u aandachtig dit boekje te lezen, in het bijzonder het gedeelte VEILIG RIJDEN. Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van de kennis van de bromfiets, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN. Daarom is het belangrijk de bromfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.
OPMERKING Dit boekje hoort onlosmakelijk bij de bromfiets en moet in geval van verkoop worden overgedragen. aprilia heeft aan de samenstelling van dit boekje de grootste zorg besteed, teneinde de gebruiker correcte en actuele informatie te verschaffen. Daar aprilia echter voortdurend het ontwerp van zijn producten verbetert, kunnende kenmerken van uw bromfiets afwijken van de in dit boekje beschreven kenmerken. Indien u vragen heeft met betrekking tot de informatie in dit boekje, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw officiële aprilia-dealer. Voor controles en reparaties die niet expliciet in deze publicatie staan beschreven,de aanschaf van originele aprilia-onderdelen, accessoires en andere producten,alsook specifieke adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden tot de officiële aprilia-dealers en onderhoudscentra, die een betrouwbare en snelle service garanderen. Wij danken u omdat u voor aprilia heeft gekozen en wensen u veel rijplezier. Alle rechten voor wat betreft elektronische opslag, reproductie en volledige of gedeeltelijke aanpassing, op welke manier ook, zijn voorbehouden voor alle landen. OPMERKING In sommige landen vereisende van kracht zijn de milieuwetgeving en geluidsvoorschriften periodieke inspecties. In deze landen moet de gebruiker van de bromfiets: - contact opnemen met een officiële aprilia-dealer om de niet-goedgekeurde onderdelen te laten vervangen door onderdelen die goedgekeurd zijn in het betreffende land; - voer de vereiste periodieke inspecties uit. OPMERKING ij aankoop van aprilia reserveonderdelen dient u de code door te geven die vermeld staat op het ETIKETCODE RESERVEONDERDELEN. Vermeld de identificatiecode in het vakje hieronder, om er zo ook in geval van verlies of slijtage van het etiket over te kunnen beschikken. Het etiket is aangebracht op het frame, onder het zadel. Het label is aangebracht op de rechterbalk van het frame; om het te kunnen lezen,moet u het rechter inspectiedeksel verwijderen, zie pag. 58 (VERWIJDEREN VAN HET RECHTER EN HET LINKER INSPECTIEDEKSEL). In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om de verschillende uitvoeringen aan te duiden: optie Elektronische injectie VERSIE VOOR: Italië Verenigd Oostenrijk Portugal Finland elgië Duitsland Frankrijk Spanje Griekenland Nederland Zwitserland Denemarken Japan Singapore Polen Israël Zuid-Korea Maleisië Chili ermuda Verenigde Staten Australië razilië Zuid-Afrika Nieuw-Zeeland Canada Kroatië Slovenië Turkije gebruik en onderhoud SR 50 3
ALGEMENE INHOUD VEILIG RIJDEN... 7 ASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID... 8 KLEDINGKLEDING... ACCESSOIRES... 2 AGAGE... 2 PLAATS VAN DE ELANGRIJKSTE ONDERDELEN... 4 PLAATSING VAN DE ELANGRIJKSTE ONDERDELEN IE... 6 INSTRUMENTEN / EDIENINGSELEMENT... 8 INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES... 9 TAEL INSTRUMENTEN EN WAARSCHUWINGSLAMPJES... 20 INJECTIE CHECK WAARSCHUWINGSLAMPJE... 2 ELANGRIJKSTE EDIENINGSELEMENTENI. 2 EDIENINGSELEMENTEN OP DE LINKER STUURHELFT... 2 EDIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTER STUURHELFT... 22 CONTACTSLOT... 23 STUURSLOT... 23 HULPGEREEDSCHAP... 24 ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN ZADEL. 24 HELMOPERGRUIMTE/ DOCUMENTEN-KASTJE... 24 ANTIDIEFSTALHAAK... 24 ACCU- / GEREEDSCHAPS-KASTJE... 25 TASSENHAAK... 25 ACHTERSPATORD... 25 RANDSTOF... 26 SMEERMIDDELEN... 27 VERSNELLINGSAKOLIE... 27 SMEEROLIE... 28 REMVLOEISTOF -AANEVELINGEN... 29 SCHIJFREMMEN... 30 KOELVLOEISTOF... 3 CONTROLEREN EN IJVULLEN... 32 ANDEN... 33 KATALYTISCHE GELUIDDEMPER... 34 4 gebruik en onderhoud SR 50 UITLAATDEMPER / UITLAATPIJP... 35 INSTRUCTIES VOOR GERUIK... 36 CONTROLES VOORAF... 36 STARTEN... 37 VERTREKKEN EN RIJDEN... 39 INRIJDEN... 4 STOPPEN... 42 PARKEREN... 42 DE ROMFIETS OP DE STANDAARD ZETTEN... 43 SUGGESTIES TER VOORKOMING VAN DIEFSTAL... 43 ONDERHOUD... 44 ONDERHOUDSCHEMA... 45 IDENTIFICATIEGEGEVENS... 48 LUCHTFILTER... 49 VOORWIEL... 50 ACHTERWIEL... 52 CONTROLE SLIJTAGE REMLOKJES... 53 CONTROLE VAN HET STUUR... 54 CONTROLE MOTORSCHARNIERAS... 54 HET STEUNELEMENT VAN HET SCHERM VERWIJDEREN... 55 VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE KAP... 55 VERWIJDEREN VAN DE ONDERSTE STUURKAP... 56 VERWIJDEREN VAN HET RECHTER EN HET LINKER INSPECTIEDEKSEL... 57 HET VERLENGSTUK VAN HET ACHTERSPATORD MONTERENH... 58 DEMONTEREN VAN DE ACHTERUITKIJKSPIEGELS... 58 VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE INNENKAPV... 59 ACHTER REMSCHOEN VERWIJDERING... 60 VERWIJDEREN VAN HET ACHTERSPATORD... 6 VERWIJDEREN VAN HET ACHTERSPATORD... 62 VERWIJDEREN VAN HET ACHTERSPATORD... 62 CONTROLEREN VAN DE STANDAARD... 63 CONTROLEREN VAN DE SCHAKELAARS... 63 IJSTELLEN VAN HET STATIONAIRE TOERENTAL... 64 IJSTELLEN VAN DE GASHENDEL... 64 OUGIE... 65 ACCU... 66 ACCU ZONDER ONDERHOUD... 66 NA LANGE INACTIVITEIT VAN DE ACCU... 66 CONTROLEREN EN REINIGEN VAN DE ACCU-AANSLUITINGEN... 67 VERWIJDEREN VAN DE ACCU... 67 MONTEREN VAN DE ACCU... 68 CONTROLE VAN HET PEIL VAN HET ACCUZUUR... 68 OPLADEN VAN DE ACCU (ENKEL VOOR ACCU S DIE ONDERHOUD VERGEN)... 69 OPLADEN VAN DE ACCU (ENKEL VOOR ONDERHOUDSVRIJE ACCU S)... 69 VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN... 70 AFSTELLING VAN DE VERTICALE LICHTUNDEL VAN DE KOPLAMP... 7 GLOEILAMPEN... 7 VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE KOPLAMP... 72 VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE KOPLAMP (DIMLICHT/GROOT LICHT)... 72 VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE VOORSTE RICHTINGAANWIJZERSERS... 72 VERVANGING GLOEILAMPEN RICHTINGAANWIJZERS VOOR EN ACHTER73 VERVANGING GLOEILAMPJES DASHOARD74 VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP VAN HET ACHTERLICHTI... 75 VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP VAN DE KENTEKENPLAATVERLICHTING... 75
VERVOER... 76 LEDIGEN VAN DE RANDSTOFTANK... 76 REINIGING... 77 LANGDURIGE STILSTAND... 78 TECHNISCHE GEGEVENS... 79 SMEERMIDDELENTAEL... 83 OFFICIËLE DEALERS EN SERVICECENTRA 84 IMPORTEURS... 85 EDRADINGSCHEMA - SCOOTER SR 50.. 89 LEGENDA EDRADINGSCHEMA - SCOOTER SR 50... 90 KLEUREN KAELS... 90 LEGENDA EDRADINGSCHEMA - SCOOTER SR 50 (MET INJECTIESYSTEEM )... 9 LEGENDA EDRADINGSCHEMA - SCOOTER SR 50... 92 KLEUREN KAELS... 92 gebruik en onderhoud SR 50 5
6 gebruik en onderhoud SR 50
aprilia Veilig rijden
ASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID Om de bromfiets te mogen besturen, dient u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (rijbewijs, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, wegenbelasting, registratie bromfiets, nummerplaat, enz.). U wordt aangeraden zich de bromfiets geleidelijk eigen te maken, daar waar weinig verkeer is of op terreinen die privé-eigendom zijn. Het gebruiken van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeelt in aanzienlijke mate de rijveiligheid. Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en lichamelijk goed in staat bent te rijden, en rijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid. Het merendeel van de ongelukken is te wijten aan onervarenheid van de rijder. Leen de bromfiets NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden. 8 gebruik en onderhoud SR 50
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen en houd u aan de nationale en plaatselijke verkeersregels. Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz. ots niet tegen obstakels die schade aan de bromfiets kunnen toebrengen of die u de controle over de bromfiets kunnen doenverliezen. Rijd niet vlak achter andere voertuigen om u mee te laten zuigen. WAARSCHUWING Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de voetplank (of de voetsteunen) en neem een correcte rijhouding aan. Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden, of zich om te draaien. gebruik en onderhoud SR 50 9
OIL COOLER De berijder moet zich nooit laten af leiden of laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen,enz.) tijdens het rijden. Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof en olie, zoals beschreven in de SMEERMIDDELENTAEL ; controleer steeds of de niveaus van de olie en de koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben. Controleer, als de bromfiets bij een ongelukbetrokken is geweest, of de bedieningsknoppen,-kabels, -slangen, het remsysteem en de vitale delen niet beschadigd zijn. Laat de bromfiets eventueel nakijken dooreen erkende officiële aprilia dealer, met speciale aandacht voor het frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is te beoordelen of ze beschadigd zijn. Meld elk probleem aan de technici/ mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt worden. Rijd absoluut niet met de bromfiets wanneer de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt! 0 gebruik en onderhoud SR 50
ONLY ORIGINALS A2 345 Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon. Modificaties aan de bromfiets doen de garantie onherroepelijk vervallen. Elke eventuele verandering van de motor of andere delen die tot doel heeft de snelheid of het vermogen van de bromfiets op te drijven, is bij wet verboden; elke eventuele verandering die resulteert in een verhoging van de maximumsnelheid of van de cilinderinhoud van de motor maakt van de bromfiets een ander voertuig, wat de volgende verplichtingen voor de eigenaar met zich meebrengt: - nieuwe homologatie; - nieuwe inschrijving; - aangepast rijbewijs. ovendien doen dergelijke veranderingen de garantie teniet, aangezien verzekeringspolissen het aan brengen van technische veranderingen die het vermogen van het voertuig opdrijven, uitdrukkelijk verbieden. Om de hierboven aangehaalde redenen, is niet naleving van het verbod op het opdrijven van de prestaties strafbaar met de wettelijk voorziene sancties (waaronder inbeslagneming van de bromfiets), die - naargelang het geval - kunnen worden gecombineerd met de sancties voorzien voor het niet dragen van de helm en/ of het niet gebruiken van de nummerplaat of de verzekering en met de strafrechtelijke sancties voorzien voor het rijden met de bromfiets zonder bromfietscertificaat. Wedijver nooit met andere voertuigen. Niet offroad rijden. KLEDINGKLEDING Voordat u gaat rijden dient u eraan te denken dat u altijd de helm op hebt; deze moet op de juiste wijze gedragen worden. Controleer of de helm gekeurd is, niet beschadigd is, de juiste maat heeft en dat de klep schoon is. Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met een heldere en/ of reflecterende kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar voor de andere weggebruikers en beperkt u hiermee het risico aangereden te worden. ij een val hebt u zodoende ook een betere bescherming. De kleding moet goed passen en aan de uiteinden gesloten zijn. Koorden, ceintuur en das of sjaal mogen niet los hangen omdat deze of andere voorwerpen verstrikt kunnen raken in bewegende delen of bedieningselementen, wat gevaarlijk is als u rijdt. gebruik en onderhoud SR 50
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren bij een val, zoals puntige voorwerpen als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier). 2 gebruik en onderhoud SR 50 ACCESSOIRES De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het gebruik van de accessoires. Denkt u er tijdens de montage aan dat geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dienen voor het aangeven van de richting of voorgeluidssignalen bedekt worden, waardoor deze onderdelen geheel of gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer ook de vering, de stuurhoek en de bedieningen niet. Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden. De grote kappen en windschermen van de bromfiets kunnen aërodynamische krachten doen ontstaan die de stabiliteit van de bromfiets beïnvloeden, vooral bij hoge snelheid. Controleer of de accessoires op degelijke wijze bevestigd zijn aan de bromfiets en geen gevaar opleveren tijdens het rijden. Niets toevoegen aan de elektrische installatie of hier iets aan veranderen, waardoor het maximale vermogen van de bromfiets overschreden zou kunnen worden. Hierdoor zou de bromfiets tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen, zodat de claxon en de lichten niet meer functioneren. aprilia beveelt het gebruik van originele accessoires aan (aprilia genuine accessoires). AGAGE Wees voorzichtig bij het opladen van bagage en vervoer niet te veel. De bagage moet zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van de bromfiets zitten en evenwichtig verdeeld zijn aan beide zijden van de bromfiets zodat er een optimale balans is.
KG! evestig absoluut geen grote, zware en/ of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de vorken; dit kan de reactiesnelheid van de bromfiets in de bochten vertragen en de controle tijdens het rijden hinderen. evestig geen te grote bagage aan de zijkant van de bromfiets, aangezien deze tegen personen of voorwerpen zou kunnen stoten, waardoor u de controle over de bromfiets zou kunnen verliezen. Vervoer geen bagage die niet goed bevestigd is aan de bromfiets of die teveel uit de bagageruimtes steekt. Denk eraan dat de bagage niet voor of over de verlichting, de akoestische en visuele signalering hangt. Vervoer geen dieren of kinderen op het handschoenkastje of op de duo. Overschrijd niet de limieten die gelden voor elk specifiek bagagerek. Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en de handelbaarheid van de bromfiets. gebruik en onderhoud SR 50 3
PLAATS VAN DE ELANGRIJKSTE ONDERDELEN 2 6 7 8 3 4 5 9 0 3 2 LEGENDA ) Dop expansietank koelvloeistof 2) Achterremreservoir 3) Tassenhaak 4) Deksel van het accu-/ gereedschapsset 5) Zekeringkastje 6) randstoftank 7) randstoftankdop 8) Zadelslot 9) Linker voetsteun duopassagier (in de landen waar dit is vereist) 0) Luchtfilter ) Middenstandaard 2) Zijstandaard 3) Linkse inspectiekap 4 gebruik en onderhoud SR 50
2 3 6 4 7 5 0 LEGENDA ) Dop oliereservoir 2) Oliereservoir 3) Helmopbergruimte / Documentenkastje 4) Contactslot / stuurslot 5) Rechtse inspectiekap 6) Voorremreservoir 7) Claxon 8) Accu 9 8 9) ougie 0) Antidiefstalhaak (voor gepantserde kabel ody- Guard aprilia ) ) Rechter voetsteun duopassagier (in de landen waar dit is vereist ) gebruik en onderhoud SR 50 5
PLAATSING VAN DE ELANGRIJKSTE ONDERDELEN IE 2 6 7 8 3 4 5 9 0 LEGENDA ) Dop expansietank koelvloeistof 2) Achterremreservoir 3) Tassenhaak 4) Deksel van het accu-/ gereedschapsset 5) Zekeringkastje 6) randstoftank 7) randstoftankdop 3 2 8) Zadelslot 9) Linker voetsteun duopassagier (in de landen waar dit is vereist) 0) Luchtfilter ) Middenstandaard 2) Zijstandaard 3) Linkse inspectiekap 6 gebruik en onderhoud SR 50
2 3 6 4 7 5 0 LEGENDA ) Dop oliereservoir 2) Oliereservoir 3) Helmopbergruimte / Documentenkastje 4) Contactslot / stuurslot 5) Rechtse inspectiekap 6) Voorremreservoir 7) Claxon 9 8 8) Accu 9) ougie 0) Antidiefstalhaak (voor gepantserde kabel ody-guard aprilia ) ) Rechter voetsteun duopassagier (in de landen waar dit is vereist ) PLAATSING VAN DE gebruik en onderhoud SR 50 7
INSTRUMENTEN / EDIENINGSELEMENTEN 5 5 3 3 2 6 2 6 4 9 8 7 4 9 8 7 LEGENDA ) Elektrische bedieningselementen op de linker stuurhelft 2) Hendel achterrem 3) Linker achteruitkijkspiegel 4) Instrumenten en waarschuwingslampjes 5) Rechter achteruitkijkspiegel 6) Hendel voorrem 7) Gashendel 8) Elektrische bedieningselementen op de rechter stuurhelft 9) Contactslot/ stuurslot ( - - ) LEGENDA ) Elektrische bedieningselementen op de linker stuurhelft 2) Hendel achterrem 3) Linker achteruitkijkspiegel 4) Instrumenten en waarschuwingslampjes 5) Rechter achteruitkijkspiegel 6) Hendel voorrem 7) Gashendel 8) Elektrische bedieningselementen op de rechter stuurhelft 9) Contactslot/ stuurslot ( - - ) 8 gebruik en onderhoud SR 50
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES 2 3 4 2 3 4 8 7a 7 6 5 8 7a 7 6 5 9 LEGENDA ) randstofmeter ( ) 2) Snelheidsmeter 3) Kilometertotaalteller 4) Meter koelvloeistoftemperatuur ( ) 5) Groen waarschuwingslampje richtingaanwijzers ( ) 6) Rood waarschuwingslampje oliereserve ( ) 7) Groen waarschuwingslampje dimlicht ( ) 7a) lauw waarschuwingslampje grootlicht ( ) (landen waar dit voorzien is) 8) Ambergeel waarschuwingslampje reserve benzine ( ) LEGENDA ) randstofmeter ( ) 2) Snelheidsmeter 3) Kilometertotaalteller 4) Meter koelvloeistoftemperatuur ( ) 5) Groen waarschuwingslampje richtingaanwijzers ( ) 6) Rood waarschuwingslampje oliereserve ( ) 7) Groen waarschuwingslampje dimlicht ( ) 7a) lauw waarschuwingslampje grootlicht ( ) 8) Ambergeel waarschuwingslampje reserve benzine ( ) 9) Diagnose waarschuwingslampje (INJECTIE CHECK) gebruik en onderhoud SR 50 9
TAEL INSTRUMENTEN EN WAARSCHUWINGSLAMPJES eschrijving Functie Waarschuwingslampje richtingaanwijzers ( ) Knippert als de richtingaanwijzers in werking zijn. Licht op met de contactschakelaar in de stand, een dichtgeknepen handrem en ingedrukte startknop,om te zien of het lampje goed functioneert. Als het lampje tijdens het starten niet oplicht, moet het vervangen worden. Waarschuwingslampje oliereserve ( ) OPGELET Als het waarschuwingslampje oplicht en niet uitgaat na het loslaten van de startknop, of als het oplicht terwijl de motor gewoon draait, betekent dit dat de oliereserve wordt aangesproken; vul in dit geval het oliereservoir bij, zie pag. 28 (SMEEROLIE). Kilometertotaalteller Geeft het totale aantal gereden kilometers aan. 20 Snelheidsmeter gebruik en onderhoud SR 50 Geeft de rijsnelheid aan. Waarschuwingslampje dimlicht ( ) Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het dimlicht staat. Waarschuwingslampje grootlicht (in de landen waar dit is vereist) ( ) Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het grootlicht staat. Waarschuwingslampje reserve benzine ( ) Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 2 l brandstof over is. randstofmeter ( ) Geeft bij benadering het niveau van de brandstofvoorraad in de brandstoftank aan. Geeft bij benadering de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan. Wanneer de wijzer boven het min -niveau staat, is de temperatuur voldoende om met de bromfiets te Meter Koelvloeistoftemperatuur ( ) rijden. Het temperatuurbereik voor normaal rijden wordt aangeduid door de middelste zone op de schaal. Als de wijzer zich in de rode zone bevindt, moet u de motor stoppen en het koelvloeistofpeil controleren, zie pag. 3 (KOELVLOEISTOF). OPGELET Als de maximaal toegestane temperatuur wordt overschreden (rode max -zone van de schaal), kan de motor ernstige schade oplopen. Diagnoses waarschuwingslampje Gaat voor enkele seconden aan wanneer de startschakelaar op. Stand geplaatst wordt. (injectie check) Als het waarschuwingslampje aan gaat de omschreven instructies controleren, zie blz. 2 (INJECTIE CHECK WAARSCHUWINGSLAMPJE). OPGELET Als het waarschuwingslampje niet uit gaat, is het voertuig defect, dus niet starten en zich tot een aprilia dealer wenden.
INJECTIE CHECK WAARSCHUWINGSLAMPJE PRIORITEIT ELANGRIJKSTE EDIENINGSELEMENTEN Het waarschuwingslampje knippert vaak (2 Hz) OPGELET Als dit gebeurt betekend het dat zich een potentieel ernstige beschadiging voorgedaan heeft. Het is ten zeerste aanbevolen zich onmiddellijk tot een Officiële aprilia Dealer te wenden. Wanneer het voertuig in dit geval gestart wordt, kunnen de functies ervan beperkt zijn. 3 2 Aldus het voertuig stoppen en naar een Officiële aprilia Dealer brengen. PRIORITEIT 2 Het waarschuwingslampje gaat aan en blijft voor minstens 0 seconden aan. OPGELET Dit is een aanwijzing dat er een tijdelijke werkingsfout is die de veiligheid van het voertuig niet in gevaar brengt. In dit geval is het mogelijk de motor te starten. Het is geschikt zich zo gauw mogelijk tot een aprilia dealer te wenden. EDIENINGSELEMENTEN OP DE LINKER STUURHELFT OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de contactschakelaar in de stand staat. OPMERKING De lichten werken enkel wanneer de motor draait. ) DRUKKNOP CLAXON ( ) De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt ingedrukt. 2) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS ( ) Druk de schakelaar naar links om aan te geven dat u links gaat afslaan; druk de schakelaar naar rechts om te signaleren dat u rechts gaat afslaan. Wanneer u op de schakelaar drukt, schakelt u de richtingaanwijzer uit. 3) LICHTKEUZESCHAKELAAR ( - ) (landen waar dit voorzien is) Controleren of de stuurschakelaar in de stand staat: het dimlicht en de standlichten; staat deze op, dan branden de standlichten en het dimlicht. gebruik en onderhoud SR 50 2
EDIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTER STUURHELFT OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de contactschakelaar in de stand. staat. OPMERKING De lichten werken enkel wanneer de motor draait. a) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - ) (niet voorzien voor landen waar de motorstopschakelaar - vereist is). Controleren of de stuurschakelaar in de stand staat: het dimlicht en de standlichten; staat deze op, dan branden de standlichten en het dimlicht. OPMERKING De lichten kunnen enkel worden gedoofd door de motor af te zetten. b) MOTORSTOPSCHAKELAAR ( - ) (in de landen waar dit is vereist) WAARSCHUWING edien de motorstopschakelaar - niet tijdens gewoon rijden. Dit is een veiligheids- of noodschakelaar. Met de schakelaar in de stand kan de motor worden gestart; de motor wordt gestopt door de schakelaar in de stand te zetten. a OPGELET ij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand, kan de accu ontladen worden. Wanneer de bromfiets tot stilstand is gekomen nadat de motor is gestopt, moet u de contactschakelaar in de stand zetten. 2) STARTKNOP ( ) Wanneer de startknop wordt ingedrukt en tegelijkertijd een van de remhendels wordt aangetrokken (voor of achter), doet de startmotor de motor draaien. Voor de startprocedure, zie pag.37 (STARTEN). 2 b 22 gebruik en onderhoud SR 50
CONTACTSLOT Het contactslot bevindt zich aan de rechterzijde,naast de stuurkolom. OPMERKING De sleutel () bedient de contact-/ stuurslotschakelaar, het slot van het accu-/ gereedschapsset en het zadelslot. ij de bromfiets worden twee sleutels geleverd (één reserve). OPMERKING ewaar de reservesleutel en het plaatje met het codenummer niet op de bromfiets. STUURSLOT WAARSCHUWING Zet de sleutel tijdens het rijden nooit in de stand, om te vermijden dat u de controle over de bromfiets verliest. WERKING Om het stuur te vergrendelen: Draai het stuur volledig naar links. Draai het sleuteltje () in de stand en druk het in. Laat de sleutel los. OPMERKING Verdraai de sleutel en draai aan het stuur. Draai de sleutel () linksom en draai langzaam aan het stuur tot de sleutel () de stand bereikt. Trek de sleutel uit. Stand Functie Sleutel verwijderen Stuurslot Het stuur is De sleutel geblokkeerd. kan uit het De motor contact kanniet worden worden gestart en de getrokken. lichten kunnen niet worden ontstoken. U kunt noch de motor starten,noch de lichten ontsteken. De motor kan in werking gezet worden, de richtingaanwijzers, de claxon, olie MIX waarschuwingslampjes, brandstofreserve waarschuwingslampjes, temperatuur wijzer (alleen bij warme motor) en brandstof wijzer werken. De sleutel kan uit het contact worden getrokken. De sleutel kan niet uit het contact worden getrokken. gebruik en onderhoud SR 50 23
HULPGEREEDSCHAP 2 4 3 ONTGRENDELEN/ VERGRENDELEN ZADEL Ga als volgt te werk voor het ontgrendelen en optillen van het zadel: Zet de bromfiets op de middenstandaard, zie pag. 43 (DE ROMFIETS OP DE STANDAARD ZETTEN) Steek de sleutel in het zadelslot (). Draai de sleutel rechtsom en zet het zadel (2) omhoog. OPMERKING Controleer voordat u het zadel naar onder zet en vast klikt of u niet per ongeluk de sleutel in de helmopbergruimt / het documentenkastje heeft laten liggen. Om het zadel te vergrendelen, moet het naar onder gezet en aangedrukt worden (zonder het te forceren), totdat het dicht klikt. WAARSCHUWING Controleer voor het vertrek of het zadel goed vergrendeld is. 24 gebruik en onderhoud SR 50 HELMOPERGRUIMTE/ DOCUMENTEN-KASTJE Dankzij de helmopbergruimte/ het documentenkastje hoeft u niet telkens wanneer u parkeert uw helm en allerlei kleinere dingen met u mee te nemen. De ruimte bevindt zich onder het zadel. U kunt erbij komen door: Het zadel (2) omhoog te zetten, zie hiernaast (ONTGRENDELEN/ VERGRENDELEN ZADEL). OPMERKING Plaats de helm met de opening naar onder gericht, zoals aangegeven op de afbeelding. WAARSCHUWING Overlaad de helmopbergruimte/ het documentenkastje niet. Maximaal toegestaan gewicht: 2,5 kg. ANTIDIEFSTALHAAK De antidiefstalhaak (3) bevindt zich op de rechterzijde van de bromfiets, naast de voetsteun van de rijder. Om diefstal van de bromfiets te voorkomen, is het raadzaam hem vast te maken met de gepantserde kabel ody-guard aprilia (4), die kan worden besteld bij uw officiële aprilia-dealer. WAARSCHUWING Gebruik de haak niet om de bromfiets op te tillen en evenmin voor enig ander doel dan voor het vastmaken van de bromfiets wanneer u hem ergens parkeert.
4 2 4 5 3 ACCU- / GEREEDSCHAPS-KASTJE Dit kastje bevindt zich op het onderste deel van de bromfiets, tussen de voetsteunen. U kunt er als volgt bij komen: Steek de sleutel () in het slot. Draai de sleutel () rechtsom, trek eraan en verwijder de klep (2). De gereedschapsset (3) bestaat uit: - n. gereedschapstasje; - n. bougiesleutel van 2 mm; - n bougiesleutel van 6 mm; - n. stang voor dopsleutel; - n. dubbele kruiskopschroevendraaier type PH nummer 2; - n. handvat voor schroevendraaier; - n. inbussleutel van 4 mm. - n. inbussleutel van 3 mm. TASSENHAAK WAARSCHUWING Hang geen tassen of pakjes aan de haak die teveel ruimte innemen, omdat dit de bestuurbaarheid van de bromfiets of de bewegingsvrijheid van uw voeten ernstig kan belemmeren. De tassenhaak (4) bevindt zich vooraan op de binnenkant van het schild Maximaal toegestaan gewicht:,5 kg ACHTERSPATORD Het verlengstuk van het achterspatbord (5) is voorzien als standaarduitrusting en kan worden gemonteerd als de bromfiets op natte wegen wordt gebruikt. Het vermindert immers het opspattend water van het achterwiel. OPMERKING het verlengstuk van het achterspatbord (5) wordt, compleet met schroeven en bijbehorende moeren, geleverd als standaarduitrusting en is ondergebracht in het valhelm-/ handschoenenkastje. Monteer het verlengstuk van het achterspatbord als volgt, zie pag. 58 (HET VERLENGSTUK VAN HET ACHTERSPATORD MONTEREN). gebruik en onderhoud SR 50 25
RANDSTOF WAARSCHUWING De brandstof die gebruikt wordt voorverbrandingsmotoren is uiterst ontvlambaar en kan in bepaalde omstandigheden explosief worden. Het is belangrijk dat het tanken en de onderhoudswerkzaamheden in een goed geventileerde ruimte gebeuren en met afgezette motor. Niet roken gedurende het tanken of in de nabijheid van benzinedampen; in elk geval absoluut contact mijden met open vlammen, vonken en elke andere warmtebron, om te voorkomen dat de brandstof vlam vat of explodeert. Verder moet u ook voorkomen dat er benzine uit de tankopening stroomt, aangezien deze vlam kan vatten bij contact met de gloeiende delen van de motor. Voor het geval per ongeluk benzine buiten de tank terechtkomt, moet u controleren of de plek waar de benzine is terechtgekomen geheel droog is en voor u gaat rijden moet u er zich van vergewissen dat er geen benzine op de hals van de benzinemond is achtergebleven. Loodvrije benzine zet uit onder invloed van zonnewarmte en zonnestraling. Vul de tank daarom nooit tot de rand. Mijd contact van benzine met de huid en inademing van dampen; zuig geen benzine op en breng de benzine niet over van één vat in een ander met behulp van een slang. LOOS RANDSTOF NIET IN HET MILIEU. UITEN EREIK VAN KINDEREN HOUDEN. Gebruik uitsluitend loodvrije benzine, in overeenstemming met de norm DIN 5 607, min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.). ijtanken gebeurt als volgt: Zet het zadel omhoog, zie pag. 24 (ONTGRENDELEN/ VERGRENDELEN ZADEL). Schroef de brandstoftankdop () los en verwijder hem. INHOUD RANDSTOFTANK (reserve inbegrepen): 8 l TANKRESERVE: 2 l Voeg geen additieven of andere substanties toe aan de brandstof. Als u een trechter of soortgelijke voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor dat deze perfect schoon zijn. Tank bij. Plaats de dop terug (). WAARSCHUWING Verzeker u ervan dat de dop goed vastzit. 26 gebruik en onderhoud SR 50
SMEERMIDDELEN WAARSCHUWING Olie kan leiden tot ernstige verwonding van de huid bij dagelijkse en langdurige aanraking. Na gebruik van olie uw handen goed wassen. Het is aangeraden gummi handschoenen te gebruiken om onderhoudswerken uit te voeren. UITEN EREIK VAN KINDEREN HOUDEN. LOOS OLIE NIET IN HET MILIEU. OPGELET Ga voorzichtig te werk. Mors geen olie! Let op dat onderdelen, de plaats waar u werkt of de onmiddellijke omgeving niet worden besmeurd. Veeg oliesporen zorgvuldig op. OPGELET Neem in geval van lekkages of defecten contact op met een officiële aprilia-dealer. VERSNELLINGSAKOLIE Laat het peil van de versnellingsbakolie om de 5000 km (300 mijl) controleren of om de 6 maanden. De versnellingsbakolie moet worden ververst na de eerste 500 km (32 mijl) en daarna telkens of om de 2000 km (7500mijl) of om de 2 jaar. Neem contact op met een officiële apriliadealer om het oliepeil te controleren en de olie te verversen. gebruik en onderhoud SR 50 27
SMEEROLIE Vul het olie reservoir elke 500 km (32 mijl), 2000 km (240 mijl). De bromfiets is voorzien van een gescheiden mengsysteem, dat ervoor zorgt dat de benzine met olie gemengd wordt voor de smering van de motor, zie pag. 83 (SMEERMIDDELEN TAEL). Het voertuig is voorzien van een centrale die een elektronische pomp beheert voor de correcte toevoer van motorsmeer olie (zie blz. 83 SMEERMIDDELEN TAEL ). De reserve wordt aangeduid door het oplichten van het waarschuwingslampje van de oliereserve op het dashboard, zie pag. 8 (INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES). OPGELET Wanneer u de bromfiets zonder olie gebruikt, wordt er zware schade aan de motor toegebracht. Wanneer de olie in het oliereservoir geheel is opgeraakt of als de olieleiding is verwijderd, wend u zich dan tot een aprilia dealer, die het systeem zal ontluchten. Dit is absoluut noodzakelijk, want lucht in het oliemengsysteem kan zware schade aan de motor toebrengen. Ga als volgt te werk om het oliereservoir bij te vullen: Zet het zadel omhoog, zie pag. 24 (ONTGRENDELEN/ VERGRENDELEN ZADEL). Verwijder de dop (). INHOUD OLIETANK:,6 l TANKRESERVE: 0,5 l OPGELET Voeg geen additieven of andere stoffen bij de olie. Als u een trechter of iets dergelijks gebruikt, controleer dan of deze schoon is. Vul de mengolietank bij. Plaats de dop terug (). OPGELET Verzeker u ervan dat de dop goed vastzit. 28 gebruik en onderhoud SR 50
REMVLOEISTOF -aanbevelingen WAARSCHUWING Plotselinge weerstand of verschillen in speling op de remhendel kunnen te wijten zijn aan onregelmatigheden in het hydraulische systeem. In geval van twijfel met betrekking tot het goed functioneren van het remsysteem en als u niet in staat bent de normale controles zelf uit te voeren, moet u te rade gaan bij uw officiële aprilia-dealer. WAARSCHUWING esteed bijzondere aandacht aan de remschijf en het wrijvingsmateriaal en controleer of ze niet vuil zijn of besmeurd met olie, vooral na onderhoudswerkzaamheden of inspecties. Controleer of de remleiding niet verdraaid of versleten is. UITEN EREIK VAN KINDEREN HOUDEN. LOOS VLOEISTOF NIET IN HET MILIEU. gebruik en onderhoud SR 50 29
SCHIJFREMMEN WAARSCHUWING De remmen zijn de belangrijkste onderdelen voor uw veiligheid, dus moeten zij te allen tijde in perfecte staat verkeren; controleer ze voor elke rit. 2 Draai het stuur zo dat de vloeistof in het remvloeistofreservoir () evenwijdig staat met de MIN -markering op het peilglas (2). Controleer of de vloeistof in het reservoir() boven het MIN -streepje op het glas(2) staat. Als de vloeistof niet minstens tot het MIN - streepje reikt: Een vuile schijf verontreinigt de remblokjes, wat zal resulteren in een verminderde remkracht. Vuile remblokjes moeten worden vervangen; vuile schijven moeten worden gereinigd met een ontvettingsmiddel van hoge kwaliteit. De remvloeistof moet om de twee jaar worden ververst door een aprilia-dealer. Aarzel niet uw aprilia-dealer te raadplegen ingeval u twijfelt of het remsysteem wel goed functioneert en als uzelf niet in staat bent de normale controles uit te voeren. OPMERKING Deze bromfiets is uitgerust met schijfremmen vooraan en achteraan, met afzonderlijke hydraulische circuits. De volgende informatie heeft betrekking op slechts één remsysteem, maar geldt voor beide. Deze bromfiets is uitgerust met hydraulische schijfremmen vooraan en achteraan. Wanneer de remblokjes afslijten, neemt het remvloeistofpeil in het reservoir af om de slijtage automatisch te compenseren. De remvloeistofreservoirs bevinden zich onder de stuurkap. Controleer regelmatig het remvloeistofpeil in de reservoirs, zie onder (CONTROLE)en de slijtage van de remblokjes, zie pag. 53 (CONTROLE SLIJTAGE REMLOKJES). WAARSCHUWING Rijd niet met de bromfiets als er vloeistof uit het remsysteem lekt. CONTROLE Controleer het remvloeistofpeil als volgt: MIN = minimumniveau. Zet de bromfiets op de middenstandaard, zie pag. 43 (DE ROMFIETS OP DE STANDAARD ZETTEN). WAARSCHUWING Gebruik de bromfiets niet als de vloeistof niet minstens tot aan het MIN streepje staat. OPGELET Naarmate de remblokjes afslijten, neemt het vloeistofpeil af om de slijtage automatisch te compenseren. Controleer de slijtage van de remblokjes,ziepag.53(controle SLIJTAGEREMLOKJES) en van de schijf. Als de remblokjes en/ of de schijf niet moeten worden vervangen: Neem contact op met een aprilia -dealer om vloeistof te laten bijvullen. OPGELET Controleer de werking van de remmen. Neem in geval van overmatige speling van de remhendel of een verminderde werking van de remmen contact op met een apriliadealer, aangezien in dit geval het systeem mogelijk moet worden ontlucht 30 gebruik en onderhoud SR 50
KOELVLOEISTOF OPGELET Gebruik de bromfiets niet als het koelvloeistofpeil onder het voorgeschreven MIN ligt. Controleer het koelvloeistofpeil om de 2000 km (250 mijl) en na lange ritten; laat de koelvloeistof om de 2 jaar verversen door een aprilia-dealer. WAARSCHUWING De koelvloeistof is giftig: slik ze niet in; als de koelvloeistof in contact komt met de huid of de ogen, kan dit leiden tot ernstige irritatie. Als de koelvloeistof in contact komt met de huid of de ogen, overvloedig spoelen met water en een arts raadplegen. Als de koelvloeistof wordt ingeslikt, het braken opwekken, mond en keel overvloedig spoelen met water en onmiddellijk een arts raadplegen. LOOS VLOEISTOF NIET IN HET MILIEU. UITEN EREIK VAN KINDEREN HOUDEN. Let op dat u geen koelvloeistof morst op de hete onderdelen van de motor: de vloeistof kan vlam vatten en onzichtbare vlammen veroorzaken. Het is aangeraden latex handschoenen te gebruiken om onderhoudswerken uit te voeren. OPGELET Laat de koelvloeistof verversen door een officiële aprilia-dealer. De koelvloeistof is samengesteld uit 50% water en 50% antivries. Dit mengsel is ideaal voor de meeste motortemperaturen en garandeert een goede bescherming tegen roest. Het is handig hetzelfde mengsel ook in de zomer te gebruiken, aangezien niet nodig is zeer regelmatig bij te vullen omdat het niet verdampt. Op die manier neemt de aanwezigheid van minerale zoutresten in de radiator veroorzaakt door verdampt water af en is de goede werking van het koelsysteem verzekerd. Als de buitentemperatuur minder dan 0 C bedraagt, moet u het koelcircuit regelmatig controleren en zo nodig de concentratie van de antivries verhogen (tot maximum 60%). Gebruik voor de koeloplossing gedistilleerd water, om schade aan de motor te voorkomen. WAARSCHUWING Verwijder de radiatordop niet als de motor nog heet is (), aangezien de koelvloeistof onder druk staat en zeer warm is. Contact met de huid of met kleding kan ernstige brandwonden en/of schade veroorzaken. gebruik en onderhoud SR 50 3
2 CONTROLEREN EN IJVULLEN WAARSCHUWING Controleer het koelvloeistofpeil en vul de expansietank bij koude motor. Zet de motor af en wacht tot hij is afgekoeld. OPMERKING Zet de bromfiets op een stevige en effen ondergrond. Verwijder de voorste kap, zie pag. 55 (VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE KAP). Controleer of het vloeistofpeil in de expansietank (2) zich tussen de MIN - en MAX -streepjes bevindt. MIN = minimumniveau. MAX = maximumniveau. Indien dit niet het geval is, ga dan als volgt te werk: Draai de vuldop () los zonder hem te verwijderen (halve slag linksom draaien). Wacht enkele seconden om eventuele restdruk te ontlasten. Schroef de dop () los en verwijder hem. WAARSCHUWING De koelvloeistof is giftig: slik ze niet in; als de koelvloeistof in contact komt met de huid of de ogen, kan dit leiden tot ernstige irritatie. Gebruik nooit uw vingersof een ander voorwerp om het koelvloeistofpeil te controleren. OPGELET Voeg geen additieven of andere substanties toe aan de vloeistof. Als u een trechter of iets dergelijks gebruikt, moet u ervoor zorgen dat hij volledig schoon is. OPGELET Overschrijd bij het bijvullen nooit het MAX -streepje. Anders zal de vloeistof uit de tank lopen terwijl de motor draait. Vul bij met koelvloeistof, zie pag. 83 (SMEERMIDDELEN TAEL), tot het peil ongeveer tot het MAX -streepje reikt. reng de vuldop () opnieuw aan. OPGELET Wanneer u vaststelt dat er een overmatig verbruik van koelmiddel is en dat de tank leeg blijft, moet u controleren of er geen lekken in het circuit zijn. Laat eventuele lekken herstellen dooreen officiële aprilia dealer. Plaats de voorste kap terug. zie pag. 55 (VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE KAP). 32 gebruik en onderhoud SR 50
ANDEN Deze bromfiets is uitgerust met banden zonder binnenband (tubeless). WAARSCHUWING Controleer regelmatig de bandenspanning bij kamertemperatuur, zie pag. 79 (TECHNISCHE GEGEVENS). Als de banden warm zijn, is de metingniet correct. In het bijzonder moet de bandenspanning vóór en na iedere lange rit gemeten worden. Als de bandenspanning te hoog is, wordende oneffenheden in de weg waarop u rijdt niet opgevangen en daardoor overgebracht op het stuur, waardoor het rijcomfort in het gedrang komt en de wegligging in bochten afneemt. Als daarentegen de bandenspanning te laag is, komen de zijkanten van de banden () onder grotere druk te staan en bestaat het gevaar dat de band over de rand van de velg glijdt of loskomt, waardoor u de controle over de bromfiets verliest. Ingeval u plots remt zouden de banden van de velg kunnen afschuiven. ovendien zou de bromfiets uit de bocht kunnen slippen. Controleer de staat van het bandenoppervlak en de slijtage, want als de banden in slechte staat zijn, hebben ze minder grip en neemt de bestuurbaarheid van de bromfiets af. Sommige voor deze bromfiets goedgekeurde bandensoorten zijn voorzien van slijtage-indicators. Er zijn verschillende soorten slijtage-indicators. Neem contact op met uw dealer voormeer informatie over het controleren van slijtage. Controleer visueel of de banden versleten zijn en vervang ze als dit het geval is. Als de banden oud zijn, kunnen ze zelfs als ze niet volledig afgesleten zijn hard worden en is het mogelijk dat een goede wegligging niet langer is verzekerd. Laat in dit geval de banden vervangen. Vervang de band als hij versleten is of als er een gat van meer dan 5 mm groot in het loopvlak zit. Laat na het herstellen van een band de wielen uitbalanceren. Als de banden worden vervangen, moet u het door de fabrikant aanbevolen type en model van banden gebruiken, zie pag. 79 (TECHNISCHE GEGEVENS); het gebruik van andere dan de voorgeschreven banden kan een nadelige invloed hebben op de bestuurbaarheid van de bromfiets. Monteer geen banden met binnenband op velgen voor tubeless banden en vice versa. gebruik en onderhoud SR 50 33
2 3 Zorg dat de banden altijd voorzien zijn van hun ventieldoppen (2), om te vermijden dat ze plotseling leeglopen. Vervanging, reparatie, onderhoud en uitbalanceren zijn zeer belangrijk en moeten worden uitgevoerd door bekwame technici met het juiste gereedschap. Om die reden is het raadzaam bovenstaande handelingen te laten uitvoeren door een officiële aprilia-dealer. Nieuwe banden zijn mogelijk bedekt met een gladde laag: rijd voorzichtig tijdens de eerste kilometers. Smeer de banden niet in met vloeistoffen die daarvoor ongeschikt zijn. MINIMALE DIEPTE ANDENPROFIEL (3) voor...,5 mm achter...,5 mm De minimale diepte van het bandenprofiel moet echter niet minder zijn dan wat voorgeschreven in de normen die van kracht zijn in het land waar het voertuig gebruikt wordt. KATALYTISCHE GELUIDDEMPER WAARSCHUWING Parkeer de bromfiets met katalysatorniet in de nabijheid van droge struiken of op plaatsen waar kinderen kunnen komen, aangezien de katalysator tijdens het gebruik zeer hoge temperaturen bereikt; wees dus uiterst voorzichtig en vermijd elk contact voordat hij geheel is afgekoeld. De bromfiets met katalysator is voorzien van een geluiddemper met metalen katalysator van het type platinum-rhodium tweeweg. Deze dient voor de oxidatie van de CO (koolmonoxide) en van de HC (onverbrande koolwaterstoffen) die zich in de uitlaatgassen bevinden. 34 gebruik en onderhoud SR 50
Deze verbindingen worden omgezet in respectievelijk kooldioxide en stoom. Verder verbranden oliedeeltjes door de hoge temperatuur van het uitlaatgas tengevolge van de katalytische reactie, zodat de geluiddemper schoon blijft, terwijl de rookrestanten worden afgevoerd. Voor een juiste en duurzame werking van de katalysator en om mogelijke problemen van vervuiling van de motor en de uitlaat tot een minimum te beperken, moet het langdurig rijden met een constant laag toerental worden vermeden. Het is dan ook voldoende om met regelmatige tussenpozen het toerental op te voeren, al is het maar voor enkele seconden. Uit bovenstaande opmerkingen blijkt het belang van het starten van de motor vanuit koude toestand: wacht in dit geval, om een toerental te bereiken dat voldoende hoog is voor het in gang zetten van de katalytische reactie, tot de temperatuur van de motor minstens tot 50 C is opgelopen, d.i.normaal enkele seconden na het starten van de motor. OPGELET Gebruik geen loodhoudende benzine, want deze vernietigt de katalysator. UITLAATDEMPER / UITLAATPIJP WAARSCHUWING Het is verboden modificaties uit te voeren aan het geluiddempingssysteem. Eigenaars worden er op attent gemaakt dat de wet het volgende kan verbieden: - het verwijderen of buiten werking stellendoor welke persoon ook, tenzij voor onderhoud, het herstellen of vervangen van enig onderdeel of element van het ontwerp dat in een nieuwe bromfiets is geïntegreerd met het oog op geluiddemping vóór verkoop of levering aan de uiteindelijke koper of terwijl de bromfiets in gebruik is; en - het gebruik van de motorfiets nadat dergelijk onderdeel of element van het ontwerp is verwijderd of buiten werking gesteld door welke persoon ook. Controleer de uitlaatdemper en de uitlaatpijp en om u ervan te vergewissen dat ze geen tekenen van roest of gaten vertonen en dat het uitlaatsysteem goed functioneert. Als het door het uitlaatsysteem voortgebrachte geluid toeneemt, neem dan onmiddellijk contact op met uw officiële aprilia-dealer. gebruik en onderhoud SR 50 35
INSTRUCTIES VOOR GERUIK WAARSCHUWING Voer voor u vertrekt steeds controles uit om na te gaan of de bromfiets goed en veilig werkt. Raadpleeg hiervoor de volgende tabel (CONTROLES VOORAF). Wanneer u nalaat deze controles uit te voeren, kan dit leiden tot zware verwondingen of ernstige schade aan de bromfiets. Wend u, voor de aanhaalmomenten van bouten en schroeven die in deze handleiding voor het gebruik en voor het onderhoud niet vermeld zijn, tot een officiële aprilia dealer. Door het bevestigen van een onderdeel met een verkeerd aanhaalmoment zou uw eigen veiligheid en die van anderen in gevaar gebracht kunnen worden. Aarzel niet uw officiële aprilia-dealer te raadplegen als u niet begrijpt hoe bepaalde bedieningsinstrumenten werken of als u een mankement denkt te hebben gevonden. Een controle kost weinig tijd, maar verhoogt de veiligheid aanzienlijk. CONTROLES VOORAF Onderdeel Controle Pagina Schijfremmen Controleer de werking van de rem, het oliepeil en eventuele 29, 30, 53 olielekken. Controleer of de remblokjes niet versleten zijn. Zo nodig olie bijvullen Gashendel Controleer of de hendel niet te stug is en of hij soepel geheel openen dichtgedraaid kan worden bij alle standen van het stuur. Zo nodig bijstellen en/of smeren. 64 Olieniveaus Controleren en zo nodig bijvullen. 28 Wielen/banden Controleer bandoppervlak, bandspanning, slijtage en eventuele beschadiging.verwijder indien nodig vuil uit de groeven van het loopvlak. 33 Remhendels Controleer of ze niet te stug werken. Zo nodig de scharnierpunten smeren. 29, 30, 53 Stuur Controleer of het stuur soepel draait, zonder speling. 56 Middenstandaard, zijstandaard evestigingselementen randstoftank Koelvloeistof Controleer of de standaard soepel functioneert en of de spanning van de veren de standaard in de ingeklapte stand terugbrengt. Smeer zo nodig scharnierpunt en buigende delen. Controleer of de bevestigingselementen niet loszitten. Regel ze zo nodig bij of draai ze vast. Controleer het brandstofpeil en vul zo nodig bij.controleer of er geen lekken of verstoppingen in het circuit zijn Het peil van de koelvloeistof in de expansietank moet zich tussen het MIN - en het MAX -streepje bevinden.vul zo nodig bij. 63-26 3, 32 36 gebruik en onderhoud SR 50 Motorstopschake-laar ( - Controleer of hij goed werkt. 22 ) (in de landen waar dit is vereist) Lichten,waarschuwingslampjes, Controleer of alle onderdelen goed functioneren. Vervang defecte 70 78 injectie, claxon gloeilampjes of herstel eventuele andere defecten. en elektrische installatie Injectiepomp De correcte werking controleren. 2
STARTEN 5 WAARSCHUWING Uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, hetgeen bij inademing zeer schadelijk is voor de gezondheid. Start de motor niet in gesloten of onvoldoende geventileerde ruimtes. Niet-opvolging van deze raadgevingenkan leiden tot bewusteloosheid of zelfs tot de dood door verstikking. Ga bij het starten niet op de bromfiets zitten. ELEKTRISCH STARTEN Zet de bromfiets op de middenstandaard, zie pag. 43 (DE ROMFIETS OP DE STANDAARD ZETTEN). Controleer of de lichtschakelaar () in de stand staat (in de landen waar dit is vereist). 3 4 Controleer of de dimlichtschakelaar (2) in de stand staat. OPMERKING Om de accu niet over te belasten, dient u de sleutel niet te lang in de stand te laten staan. Zet de motorstopschakelaar (3) in de stand (in de landen waar dit is vereist). Controleren dat het waarschuwingslampje injectie check uitgaat (zie blz. 2). lokkeer minstens één wiel door de remhendel (4) dicht te knijpen. Zonder deze blokkering krijgt het startrelais geen stroomtoevoer en kunt u de motor niet starten. OPMERKING Voer na een lange periode van stilstand de bewerkingen uit die staan beschreven op pag. 38 (STARTEN NA EEN LANGE PERIODE VAN STILSTAND). 2 OPMERKING Om onnodige slijtage van de accu te voorkomen, mag u de startknop (5) niet langer dan vijf seconden ingedrukt houden. Als de motor binnen die tijdspanne niet start, wacht dan tien seconden alvorens de startknop (5) opnieuw in te drukken. OPGELET Druk de startknop (5) in zonder gas te geven en laat deze los zodra de motor aanslaat; Wanneer de startknop, wordt ingedrukt, licht het waarschuwingslampje van de oliereserve op. Wanneer bijdraaiende motor de startknop, wordt losgelaten, moet het waarschuwingslampje van de oliereserve uitgaan; als dit niet gebeurt, moet u het oliereservoir bijvullen, zie pag. 28 (SMEEROLIE). Als na de start het waarschuwingslampje injectie check aangaat, het voertuig stoppen en zich tot een Officieel aprilia Dealer wenden. Druk de startknop (5) niet in terwijl de motor draait: want zo kunt u de startmotor beschadigen. OPMERKING Wacht na het starten van de motor (vooral bij zeer lage temperaturen)5 tot 20 seconden zonder gas te geven, zodat de motor kan warmlopen. Geef nog steeds geen gas en houd de rem aangetrokken tot u vertrekt. Om te vertrekken, zie pag. 39 (VERTREKKEN EN RIJDEN). gebruik en onderhoud SR 50 37